De 22 kaarten van de grote arcana vormden de oorspronkelijke tarot. De kleine arcana en de hofkaarten zijn later toegevoegd. De grote arcana zijn de troefkaarten van de Tarot. Zij vertegenwoordigen samen de spirituele of levensbeschouwelijke aspect van de Tarot. Ze zijn genummerd met romeinse cijfers en genummerd van I tot XXI: Beginnend met de Dwaas als nummer 0. De Magier, De Hogepriesteres, De Keizerin, De Keizer, De Hogepriester, De Geliefden, De Zegewagen, Kracht, De Kluizenaar, Het Rad van Fortuin, Gerechtigheid, De Gehangene, Dood, Matigheid, D e Duivel, De Toren, De Ster, De Maan, De Zon, Het Oordeel en de Wereld.
Deze kaarten verbeelden allemaal verschillende delen van onze psyche of geestelijke aard. Zo is de magiër de verbeelding van onze bewuste geest en plannen makende ego, de hogepriesteres staat dan weer voor onze onbewuste geest en de hogepriester voor onze intuïtie. De kluizenaar staat voor onze wijsheid en zo verder.
Als de Grote Arcana in het spel komen dan spelen er belangrijke psychologische en spirituele krachten mee in de kwestie. Vaak gaat het om krachten die een mens eigen beheersing te boven gaan en je doen voelen alsof je een speelbal van de hogere machten bent geworden.